Krankheiten und Plagen

Krankheiten und Plagen

Krankheiten und Plagen

Met het warme weer neemt ook het aantal ziekten en plagen weer toe. Vooral bladluizen, meeldauw, schurft en slakken zorgen voor veel ellende in de tuin. U kunt de ziekten en plagen met bestrijdingsmiddelen te lijf gaan, maar er zijn ook milieuvriendelijke manieren.

Bladluizen
Bladeren, scheuten en bloemen worden tijdens de groeiperiode regelmatig aangetast door gekleurde sapzuigende bladluizen. Vaak scheiden de luizen een kleverige massa af (honingdauw), waarop in een latere fase roetdauw ontstaat. De kleverige massa en de daarop groeiende schimmel veroorzaken groeiremmingen.

U kunt de bladluizen te lijf gaan met chemische middelen, maar u kunt ze ook op een milieuvriendelijke manier bestrijden. Zorg dan voor bloeiende planten in de tuin, waardoor natuurlijke vijanden als sluipwespen en zweef- en gaasvliegen- worden aangetrokken. Ook kunt u denken aan middelen op basis van organische en natuurlijke vetzuren of natuurlijke zepen.

Echte meeldauw
Echte meeldauw staat ook wel bekend als ‘het wit’. Het is één van de meest voorkomende ziekten in de tuin die zich snel ontwikkelt bij droog weer. Zowel groente-, fruit- als siergewassen worden aangetast. Aan de bovenkant van de bladeren, bloemen en stengels groeit een witte, meelachtige schimmel die later donker verkleurt. De planten vertonen een groeistilstand en de bladeren krullen zich om. Sterk geïnfecteerde plantendelen sterven af.

Om echte meeldauw te voorkomen, kunt u waar mogelijk kiezen voor planten die niet vatbaar zijn. Ook is het verstandig de planten niet te dicht op elkaar te zetten. Knip bij de eerste ziekteverschijnselen de aangetaste delen af en vernietig ze. Spuit zo nodig met zwavel of met bieslook-, knoflook- of brandnetelgier.

Valse meeldauw
Valse meeldauw is een schimmelziekte die vooral toeslaat bij vochtige omstandigheden. Veel planten zijn gevoelig voor valse meeldauw, waaronder druiven en rozen. De ziekte is meestal het eerst te zien aan de verkleurde vlekken aan de bovenkant van het blad. Aan de onderkant van het blad is pluizige schimmelgroei te zien die vuilwit of roodachtig van kleur is. Bij ernstige aantasting vallen de bladeren af. De schimmel overwintert op zieke plantendelen die achterblijven op de grond.

Valse meeldauw verschilt van echte meeldauw doordat het pluis aan de onderkant van het blad zit en vooral voorkomt bij nat weer. Zorg ervoor dat de planten voldoende ver uit elkaar staan, zodat de wind ze kan drogen. Ventileer bakken en kassen verder goed en sproei niet over de planten heen bij het water geven. Snoei aangetaste delen daarnaast zoveel mogelijk weg.

Schurft
Schurft komt vooral voor op appel en peer en wordt meestal kort na de bloei op de bladeren zichtbaar door middel van bruingrijze vlekken. Ook vindt er vroegtijdige bladval plaats. Op de vruchten zijn bruinzwarte, wollige vlekken te zien. De vruchten blijven meestal klein en barsten soms open. Bomen die jaarlijks veel te lijden hebben van schurft raken uitgeput en geven steeds minder fruit. De schimmel overwintert op afgevallen bladeren; de sporen verspreiden zich door middel van regen en wind.

Slakken
Slakken eten van allerlei plantendelen en kunnen veel schade veroorzaken. Hosta is wellicht het bekendste voorbeeld. Duidelijke kenmerken van slakkenschade zijn de typische venster- en gatenvraat aan de bladeren en de slijmsporen. Slakken zijn voornamelijk ’s nachts actief en tijdens regen of vochtig weer.