Vrolijke fladderaars
Vlinders zijn een lust voor het oog en zorgen ervoor dat uw tuin tot leven komt. De verbazingwekkende groei van rupsen, de wonderbaarlijke metamorfose van pop naar vlinder, het vrolijke gefladder van nectarzoekende vlinders… Tijd voor een nadere kennismaking!
Vlinders hebben een bijzonder en veelzijdig leven, omdat ze veel verschillende stadia kennen. Het begint allemaal met een eitje. Een vlindervrouwtje zet soms honderden tot zelfs duizend eitjes af. En omdat rupsen kieskeurige eters zijn, leggen vlinders hun eitjes alleen op die (waard)planten waar de rups van eet. Dat zijn vaak wilde planten, zoals brandnetels en klaversoorten. Maar ook klimop, hulst en hop zijn geliefd bij rupsen.
Eten
De eitjes worden afzonderlijk of in groepjes aan de plant vastgehecht of rondgestrooid. Uit de eitjes komen kleine rupsen die maar één ding willen: eten! Tijdens de ontwikkeling vervelt de rups enkele malen, omdat de huid niet meegroeit. Dit gebeurt meestal vier of vijf keer. De laatste vervelling is anders dan alle voorgaande vervellingen: in plaats van een zachte rupsenhuid komt er een stevige pophuid tevoorschijn.
Als de pop openbarst komt ten slotte de vlinder naar buiten. De vleugels zijn eerst nog nat en opgevouwen en de vlinder kan nog niet vliegen. Vanuit het lijf wordt bloed in de vleugels gepompt, waardoor ze hun uiteindelijke vorm krijgen. De vlinder kan tijdens dit proces niet vliegen en is dus erg kwetsbaar. Zodra de vleugels ‘opgepompt’ zijn, kan hij vliegen en op zoek gaan naar voedsel en een partner.
Dag- en nachtvlinders
De vlinders in Nederland zijn onder te verdelen in dag- en nachtvlinders. Afgaand op deze namen lijkt het alsof ze simpel uit elkaar te houden zijn. Toch zijn er ook nachtvlinders die overdag vliegen. Maar er is een andere manier om ze uit elkaar te houden. Eindigen de antennen van de vlinder namelijk in een knopje, dan gaat het bijna altijd om een dagvlinder. Zijn de antennen draadvormig of geveerd, dan betreft het een nachtvlinder.
In Nederland komen op dit moment 53 soorten dagvlinders voor; in Europa ruim 500. In totaal zijn er in Nederland 109 soorten waargenomen. Toch gaat het niet goed met veel dagvlinders. In de afgelopen 50 jaar zijn er 17 soorten verdwenen. De grootste dagvlinder van Nederland is de koninginnenpage die 8 tot 10 cm groot kan worden. Met de nachtvlinders gaat het beter. In Nederland zijn meer dan 2.000 soorten bekend, terwijl in Europa meer dan 10.000 soorten nachtvlinders leven. De grootste nachtvlinder in Nederland is de nachtpauwoog die wel 10 tot 15 cm kan worden.
****************************************
Maak uw eigen vlindertuin
Vlinders houden van warmte, beschutting, afwisseling en natuurlijk nectar. Als u dus van die vrolijke fladderaars in uw tuin wilt, moet u ervoor zorgen dat ze niets tekortkomen.
Vlinders kunnen zichzelf niet warm houden, maar hebben zonnewarmte nodig om te kunnen vliegen. Daarom zitten ze graag in de zon. Ook beschutte plekjes zijn voor vlinders erg belangrijk. Schuttingen, een begroeid hekwerk, muurtjes of hagen kunnen dus vlinders aantrekken.
Ook houden vlinders van afwisseling en variatie in de tuin. Ze oriënteren zich namelijk met behulp van de planten in een tuin, zoals wij bijvoorbeeld aan de hand van gebouwen weten waar we zijn. Het is daarom belangrijk om in de tuin variatie aan te brengen in de hoogte van de planten, zodat vlinders er hun weg kunnen vinden.
Nectar
Behalve warmte, beschutting en variatie hebben vlinders natuurlijk ook voedsel nodig. De meeste vlinders leven van nectar die ze uit bloemen halen. Een goede vlindertuin bloeit van het voorjaar tot de herfst en biedt in deze tijd ook nectar aan. Een hele bekende vlinderplant is de Buddleja, ook wel vlinderstruik genoemd. Zo trekt onze Buddleja davidii ‘Sophie’ enorm veel vlinders en bijen aan! Maar ook lavendel, hemelsleutel, herfstaster, koninginnekruid en enkelbloemige afrikaantjes zijn voorbeelden van goede nectarplanten.